Ames Intermediair voor uw hypotheek!

Op zoek naar een onafhankelijk hypotheekadvies? Bij ons bent u op het juiste adres. Als u voor het eerst een huis koopt komt er een hoop op u af. Welke hypotheek u neemt, welke verzekeringen u moet afsluiten en wat dit betekent voor u en uw partner. Dit zijn allemaal dingen waar u goed over moet nadenken.

Wist u ook dat u hierover moet blijven nadenken als u al een hypotheek heeft? Zoals u weet verandert er een hoop in de loop der jaren. Uw inkomen groeit of daalt, u krijgt wellicht kinderen of u wilt graag uw eigen huis bouwen. Welke hypotheek het beste bij u past wordt misschien wel gebaseerd op uw huidige situatie, maar we mogen de toekomst niet vergeten. Wij vertellen u waar u rekening mee moet houden wanneer u voor het eerst een huis koopt of als u uw hypotheek wilt oversluiten of verhogen. Hieronder staan de meest voorkomende hypotheekvormen.

Annuïteitenhypotheek
Sinds 1 januari 2013 moet de eigenwoningschuld binnen 30 jaar minimaal annuïtair worden afgelost, als u recht wil hebben op hypotheekrenteaftrek. U lost bij een annuïteitenhypotheek gedurende de looptijd de hele hypotheeklening af. Zolang de hypotheekrente niet wijzigt, betaalt u maandelijks een vast bedrag aan de geldverstrekker, de zogenoemde annuïteit. Dat vaste bedrag bestaat uit een deel rente en een deel aflossing. De verhouding tussen die delen verandert gedurende de looptijd. In het begin lost u weinig af en betaalt u veel rente. Aan het einde van de looptijd lost u veel af en betaalt u minder rente.
Voordelen: De annuïteitenhypotheek is een eenvoudige hypotheek. De hypotheek is gegarandeerd afgelost aan het einde van de looptijd. Het bruto maandbedrag staat vast gedurende de rentevastperiode.
Nadelen: Uw hypotheekschuld wordt iedere maand iets kleiner, waardoor u minder rente kunt aftrekken. Uw netto lasten stijgen daardoor iedere maand.

lineaire hypotheek
Sinds 1 januari 2013 moet de eigenwoningschuld binnen 30 jaar minimaal annuïtair worden afgelost, als u recht wil hebben op hypotheekrenteaftrek. Een lineaire hypotheek voor maximaal 30 jaar voldoet aan deze voorwaarde. Bij een lineaire hypotheek betaalt u maandelijks een deel aflossing en een deel rente. De aflossing is iedere maand hetzelfde. Is de looptijd van de lening bijvoorbeeld dertig jaar (360 maanden), dan lost u maandelijks 1/360e deel van de hypotheekschuld af. Hierdoor daalt de hypotheekschuld in een rechte lijn (lineair), net als de rentelasten.
Voordelen: De lineaire hypotheek is een eenvoudige hypotheek. De hypotheek is gegarandeerd afgelost aan het einde van de looptijd. Uw hypotheekschuld daalt iedere maand. Uw netto lasten dalen. U lost steeds een stukje af op uw hypotheek en daardoor betaalt u iedere maand minder rente. De totale rentelasten over de hele looptijd van de hypotheek zijn lager dan bij andere aflossingsvormen.
Nadelen: Hoge aanvangslasten. Doordat uw hypotheekschuld iedere maand daalt, kunt u gedurende de looptijd minder rente aftrekken.

Aflossingsvrije hypotheek
Bij deze hypotheekvorm betaalt u maandelijks alleen rente over de hypotheeklening. U bouwt met de hypotheek geen vermogen op waarmee u de hypotheekschuld kunt aflossen. Als u niet tussentijds uit eigen initiatief aflost, blijft de schuld tijdens de looptijd hetzelfde. Bij verkoop van het huis, of aan het einde van de looptijd, moet u in principe de hele lening terugbetalen. Een aflossingsvrije hypotheek loopt meestal 30 jaar, net als veel andere hypotheken.

Spaarhypotheek
Een spaarhypotheek is een combinatie van een hypotheek en levensverzekering. Uw maandelijkse lasten bestaan uit hypotheekrente en de verzekeringspremie. De premie bestaat uit een spaardeel en een overlijdensrisicopremie. De verzekering is meestal verbonden aan de hypotheek. Op de einddatum wordt het gegarandeerde kapitaal uitgekeerd, waarmee u de hypotheek kunt aflossen. Als de verzekerde tussentijds overlijdt, komt het gegarandeerde kapitaal eveneens vrij.

De hypotheekrente is gelijk aan de spaarrente. Als de hypotheekrente wijzigt, verandert ook de spaarrente. Daardoor verandert vervolgens ook het bedrag dat u aan spaarpremie betaalt.
Het is nu niet meer mogelijk om een nieuwe spaarhypotheek af te sluiten. Had u al vóór 1 januari 2013 een spaarhypotheek afgesloten? Dan mag deze gewoon doorlopen. U mag deze spaarhypotheek ook nog oversluiten naar een andere geldverstrekker, of meenemen bij verhuizing.
Verder kunt u de spaarhypotheek oversluiten naar een bankspaarhypotheek. Vanaf 1 april 2013 is het daarbij niet meer mogelijk om het eindkapitaal te verhogen of de looptijd te verlengen.
Depositogarantiestelsel Het kapitaal dat u opbouwt in uw levensverzekering valt niet onder het Depositogarantiestelsel (DGS) van De Nederlandsche Bank. In geval van faillissement van de verzekeraar wordt uw vermogen dus niet beschermd via deze regeling. Wel geldt de opvangregeling voor levensverzekeraars. Deze opvangregeling gaat minder ver dan het DGS en geeft geen harde garantie.

Voordelen: U lost niet direct af op de hypotheek. U profiteert daardoor maximaal van de renteaftrek. Heeft u een Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW) als levensverzekering? Dan bouwt u belastingvrij vermogen op in box 1. Bij andere kapitaalverzekeringen bouwt u vermogen op in box 3. In bepaalde gevallen is dit vermogen onbelast. Een hoge hypotheekrente betekent een hoge spaarrente en dus een hoog rendement. Uw maandelijkse bruto lasten aan rente en premie zijn minder gevoelig voor rentewijzigingen. De spaarrente is namelijk gekoppeld aan de hypotheekrente. Dit heet de rentedempende werking. Stijgt de rente, dan daalt uw premie. Daalt de rente, dan stijgt uw premie. Als u een kapitaalverzekering in box 3 heeft, bent u in fiscaal opzicht niet verplicht om de uitkering te gebruiken voor het aflossen van uw hypotheek. U mag de uitkering ook voor andere doeleinden gebruiken. Over het algemeen is de kapitaalverzekering wel verpand aan uw geldverstrekker. Deze gaat er van uit dat u de uitkering wél gebruikt voor de aflossing.

Nadelen: Als u een levensverzekering heeft, bent u meestal gebonden aan fiscale regels. Een lage hypotheekrente betekent een lage spaarrente en dus een laag rendement. Uw maandelijkse netto lasten kunnen stijgen als de rente daalt en uw premie stijgt. Dit komt doordat u renteaftrek mist. Als u overstapt naar een andere geldverstrekker, kunt u de polis meestal niet meenemen.

Bankspaarhypotheek
Bij een bankspaarhypotheek spaart of belegt u voor de aflossing van de hypotheek. Dit doet u niet via een gekoppelde verzekering (Kapitaalverzekering Eigen Woning, KEW) maar via een gekoppelde bankspaarrekening: de Spaarrekening Eigen Woning (SEW). Hebt u gekozen voor sparen dan is de rentevergoeding op uw spaarrekening (SEW) even hoog als de rente die u over uw hypotheek betaalt. Kiest u voor beleggen, dan is uw rendement onzeker en weet u niet hoe hoog het eindkapitaal wordt. In de bankspaarhypotheek zit geen overlijdensriscoverzekering. Als u dat wilt of moet, kunt u zelf kiezen bij welke verzekeraar u een overlijdensrisicoverzekering afsluit. Een bankspaarhypotheek kunt u als starter niet meer afsluiten. Had u al een bankspaarhypotheek afgesloten vóór 1 januari 2013 dan mag deze gewoon doorlopen en kunt u deze ook nog oversluiten naar een andere geldverstrekker of meenemen bij verhuizing.
Hoewel de kans extreem klein is, kan de bank waar uw SEW loopt failliet gaan. In dat geval wordt het spaarsaldo van uw bankspaarrekening afgetrokken van uw hypotheekschuld. U bent dan dit vermogen niet kwijt, maar het zit ineens ongepland in de stenen van uw woning. Deze manier van verrekenen is wettelijk verplicht.

Traditionele levenhypotheek
Bij een traditionele levenhypotheek belegt u in een levensverzekering om de hypotheek aan het einde van de looptijd af te kunnen lossen. De einduitkering kent een minimumgarantie. Door winstdeling wordt deze hoger als de betrokken verzekeraar (meer) winst maakt.

Voordelen: U lost niet direct af op de hypotheek, waardoor de rente gedurende de gehele looptijd aftrekbaar blijft (geldt alleen voor hypotheken afgesloten vóór 1 januari 2013). Er is een gegarandeerd eindkapitaal.
Nadelen: Door de vaak hoge (beleggings- en/of verzekerings)kosten is de premie meestal hoger dan bij een spaarhypotheek.
Voor een groot deel van de kapitaalopbouw bent u afhankelijk van winstdeling. Die winstdeling is afhankelijk van beleggingsresultaten. Daardoor is vooraf niet bekend of dit genoeg is om aan het einde van de looptijd de hypotheekschuld te voldoen.

Beleggingshypotheek
U lost bij een beleggingshypotheek niet direct af op de hypotheek maar belegt om aan het einde van de looptijd met het opgebouwde kapitaal de hypotheek af te lossen. Beleggen kan via een levensverzekering of via een beleggingsrekening

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Neem contact met Ames Intermediair op >>>